Wat is diabetes (suikerziekte)?

Wanneer je diabetes hebt, heeft je lichaam moeite om de bloedsuiker in evenwicht te houden. Het lichaam maakt dan te weinig insuline aan, dit hormoon regelt de bloedsuikerspiegel. Insuline zorgt ervoor dat suiker, dat via eten of drinken binnenkomt, weer wordt afgebroken. Diabetes wordt daarom ook wel suikerziekte genoemd. De oorzaak van diabetes is vaak overgewicht, te weinig beweging of erfelijkheid. Diabetes kan worden geconstateerd door middel van het meten van de glucose bij een arts.

Wat is zwangerschapsdiabetes (zwangerschapssuiker)?

Ook wanneer je geen diabetes hebt kun je zwangerschapsdiabetes ontwikkelen. De zwangerschapshormonen spelen hier een rol in. Deze hormonen zorgen ervoor dat je lichaam meer insuline nodig heeft. Normaal gesproken herkent je lichaam dit en gaat het meer insuline aanmaken. Wanneer je zwangerschapsdiabetes hebt kan je lichaam deze vraag naar insuline niet aan en wordt er te weinig insuline aangemaakt met een te hoog glucosegehalte als gevolg. Zwangerschapsdiabetes ontstaat meestal tussen de 24e en 28e week van de zwangerschap en verdwijnt weer na de bevalling. Je kunt zwangerschapsdiabetes herkennen aan de volgende signalen:

• Je baby groeit harder dan normaal
• Je hebt veel dorst, vooral in de nacht
• Je moet heel erg vaak plassen

Risicofactoren zwangerschapsdiabetes

Er zijn een aantal factoren die de kans op zwangerschapsdiabetes kunnen vergroten. Dit zijn een aantal risicofactoren:

• Overgewicht (BMI >30)
• Leeftijd (>35 jaar)
• Erfelijkheid
• Te hoog bloedsuiker of cholesterol
• Zwangerschapsdiabetes tijdens een vorige zwangerschap
• Eerdere miskraam
• Een te grote hoeveelheid vruchtwater

Testen zwangerschapsdiabetes

Zoals eerdergenoemd ontstaat zwangerschapsdiabetes tussen de 24e en 28e week van de zwangerschap. Om deze reden vindt de test op zwangerschapsdiabetes in deze periode plaats, deze test wordt de glucosetolerantietest genoemd. Wanneer je tijdens een eerdere zwangerschap last hebt gehad van zwangerschapsdiabetes, zal deze test eerder in de zwangerschap worden uitgevoerd (16e week). Indien de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog is, is er sprake van zwangerschapsdiabetes. Om dit te bepalen wordt er gekeken naar de zogenoemde ‘afkappunten’ in de bloedsuikerwaarden.

Gevolgen zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes is geen onschuldige aandoening en kan daadwerkelijk gevolgen hebben voor jou en je baby. Zwangerschapsdiabetes zorgt voor een grote hoeveelheid suiker in de placenta, deze hoeveelheid suiker komt dan bij je baby terecht. Het gevolg hiervan is dat je baby zelf insuline gaat aanmaken. Hierdoor wordt de glucose omgezet in vet met als gevolg dat je baby een te snelle groei doormaakt en daardoor te zwaar wordt, ook wel macrosomie genoemd.

Daarnaast kunnen de schommelingen in de bloedsuiker invloed hebben op de longrijping van je baby en is er een verhoogd risico op de ontwikkeling van diabetes type 2. Wanneer je baby te zwaar is kan dit voor een lange bevalling zorgen en kan de bevalling zorgen voor blessures bij je baby zoals een schouderblessure.

Behandeling zwangerschapsdiabetes

Om een goed beeld te krijgen van je dagelijkse bloedglucosewaarden krijg je van het ziekenhuis een bloedglucosemeter mee. Hiermee moet je een aantal keer per dag je bloedglucose meten en dit doorgeven aan de verpleegkundige. Daarmee kan er een inschatting worden gemaakt van de ernst van je situatie.

Bepaalde voeding heeft juist een negatieve invloed op je bloedglucose. Daarom is het verstandig om naar een diëtist te gaan. De diëtiste zal je advies geven en je helpen om de hoeveelheid glucose die je binnenkrijgt te beperken.

Indien de glucosewaarden niet veranderen door middel van voeding, wordt er gekeken naar insuline-injecties. Dit wordt gedaan om de hoeveelheid glucose te verlagen. Dit gaat altijd via een internist of diabetesverpleegkundige.