Als het maar gezond is
De datum van de echo kwam dichterbij en mijn geest onderging een wonderlijke transformatie. Want wat als het toch een meisje zou zijn? Zou ik dan teleurgesteld zijn? Nee, eigenlijk lijkt me dat toch ook wel heel leuk! Een zusje erbij voor Mara, wat een rijkdom. Kunnen ze lekker samen spelen. En toen de echo écht dichtbij kwam, begon ik me zorgen te maken over de gezondheid. Een 20-wekenecho is geen gezellige geslachtsecho. Het gaat hier om serieuze, belangrijke dingen. Cliché, maar waar. Lieve hemel, als het in vredesnaam maar gezond is!
20-weken echo
Ik was zenuwachtig. Toen ik ging liggen vertelde de echoscopiste dat ze alles bij langs zou gaan met het geslacht aan het einde. Met de vroege termijn -ik was slechts 18 weken zwanger- was het nog even spannend of alles te zien zou zijn. Gefascineerd keken we naar het scherm. Wat was het prachtig! Haarscherp zagen we ons kindje alle kanten op trappelen, zwaaien en draaien. Gedecideerd ging ze alles bij langs. Check, check, check. Halverwege lag onze druktemaker even goed om het geslacht te kunnen zien, dus dook ze toch snel al tussen de beentjes. Die streepjes herkenden we. We krijgen nog een dochter! Ik kneep Peter in zijn hand. ‘Twee meiden’, mompelden we gelukzalig. Ze ging meteen weer door. Check, geen klompvoetjes, check, geen hazenlip. Ze had alles kunnen zien en alles zag er goed uit.
Toen stonden we weer buiten. Samen. We gaven elkaar een kus en een eerste traan rolde over mijn wang. Geluk en opluchting. Ze is helemaal gezond! En wat was het adembenemend mooi. We reden langs de bakker en haalden verse roze glacé koeken om het te vieren.
De hele dag was ik er vol van. Allerlei emoties volgden elkaar op. Zo gelukkig dat ze gezond is. En zo leuk, twee meiden. En daarnáást het besef dat ik waarschijnlijk nooit een jongetje op de wereld zal zetten. ‘Ach’, zegt mijn moeder, ‘je hoeft het allemaal niet zo rigoureus te bedenken of af te sluiten’. En zo is het. Ik rommel in de kleertjes van Mara op zolder Zo leuk dat we hier nog meer plezier van kunnen beleven.
Kunnen we dit wel?
Nog steeds ben ik zo emotioneel. Ik stroom over bij van alles. Versterkt door alle hormonen. Maar het zijn wel degelijke echte tranen, niet zomaar hormonaal gehuil om iets idioots, probeerde ik Peter uit te leggen. Ik merk dat ik angstig ben voor een zware tijd met een pittige peuter en een baby. Het eerste jaar met Mara vonden we best zwaar, naast fantastisch natuurlijk. En voor mijn gevoel wordt het straks alleen maar zwaarder met twee. Ik loop nog regelmatig tegen dingen aan met Mara die me niet makkelijk afgaan. ‘Ik ben soms echt een waardeloze moeder,’ roep ik huilend tegen Peter. Waarom kost het me zoveel energie als Mara gillend d’r kont in de krib gooit? Hoe moet dat straks?!
Soms denk ik te veel vooruit. In het negatieve. Ik wil ons behoeden voor té pittige tijden en alvast plannen bedenken hoe we die het hoofd gaan bieden. Maar kan dat wel echt? Peter lukt het een stuk beter om dingen aan te pakken als ze komen. En ineens herken ik het weer van de vorige zwangerschap. Toen las ik van alles over maaltijden vooraf invriezen, omdat je nergens meer aan toe zou komen in de kraamperiode. Ik stelde me in op een periode alsof je op een andere planeet bent beland. Hm, dat viel eigenlijk best mee. We vonden het wel lekker om even te koken. En je kon heel prima iets kopen wat je nog miste aan je zogenaamd zorgvuldig afgevinkte uitzetlijst. Ik droog mijn tranen en neem me voor om minder te doemdenken en meer te genieten. We kunnen dit! Het wordt vast fantastisch met een kersverse dochter.