Wat is een vacuümpomp?
Een vacuümpomp is een ronde cup van kunststof of metaal. Aan de buitenkant van de cup zit een plastic of rubberen slangetje of ketting. Tijdens een langdurende of moeilijke bevalling kan deze cup op het hoofd van de baby worden geplaatst. Het slangetje zuigt de lucht weg zodat de pomp vacuüm trekt. De vacuümpomp wordt tijdens het bevallen gebruikt als de uitdrijving van een baby moeizaam gaat of als er aanwijzingen zijn dat het veiliger is voor de baby om sneller geboren te worden.
Lees ook:
Alles klaar voor de bevalling?Wanneer wordt de vacuümpomp gebruikt?
Een bevalling verloopt in drie fases: de ontsluiting, de uitdrijving en het moment na de geboorte. Bij de ontsluiting gaat de baarmoedermond steeds wat verder openstaan. Op een gegeven moment worden de weeën sterker en bereidt het lichaam zich voor om te persen. Als de baarmoedermond helemaal openstaat, heb je volledige ontsluiting. De uitdrijvingsfase vindt plaatst op het moment dat de weeën zo sterk worden dat je mee gaat persen. Als het hoofdje van de baby genoeg is ingedaald, kan de baby sneller geboren worden door te helpen met een vacuümpomp of met een verlostang. De ervaring en de voorkeur van de gynaecoloog bepalen meestal de keuze voor vacuümpomp of verlostang. In de meeste gevallen wordt er voor een vacuumpomp gekozen. Mocht dit nodig zijn, dan zal de verloskundig zorgverlener dit altijd met je bespreken en uitleggen waarom het verstandig is dit te doen.
Lees ook:
Pijnbestrijding tijdens de bevallingHoe lang duurt de persfase?
Bij de bevalling van je eerste kind duurt het persen bijna nooit langer dan twee uur. Als je bevalt van je volgende kind, is dit ongeveer één uur.
Reden voor hulp met de vacuümpomp
Hulp met de vacuümpomp is alleen mogelijk tijdens de persfase. Er moet volledige ontsluiting zijn en het breedste deel van het hoofd moet voorbij het smalste deel van het bekken zijn. Er zijn meerdere redenen mogelijk waarom een vacuüm nodig kan zijn.
- Niet vorderende baring (uitdrijving): Het kan zijn dat een spontane bevalling niet lukt doordat het hoofd van de baby niet optimaal gepositioneerd is of er te weinig (krachtige) weeën zijn. Vermoeidheid of uitputting kan ook een rol spelen.
- Verdenking foetale nood: Ook kunnen er (door een afwijkend hartslagritme van de baby) aanwijzingen zijn dat de conditie van de baby in de buik slechter wordt en dat het veiliger is om sneller geboren te worden.
Lees ook:
De bevalling: wat je partner wel en niet moet zeggen en doenHoe gaat vacuümverlossing in zijn werk?
Als er bij de geboorte wordt geholpen met een vacuümpomp, ga je met je rug op het verlosbed liggen en wordt het voeten-einde van het bed weggehaald. Soms wordt eerst je blaas nog leeggemaakt met een katheter om voldoende ruimte te maken voor de baby. Vervolgens onderzoekt de arts inwendig hoever de baby is ingedaald en om de stand van het hoofdje te bepalen. Dit moet de arts weten om de cup juist op zijn hoofd te kunnen plaatsen.
Bij een vacuümverlossing wordt meestal geadviseerd om je bekkenbodem te verdoven en in te knippen. Dit verkleint de kans op een totaalruptuur. Een totaalruptuur is het inscheuren van de bekkenbodem met schade aan de sluitspier van de anus waardoor de kans op ongewenst verlies van ontlasting toeneemt. Door de plaatselijke verdoving voel je het niet wanneer dit gedaan wordt.
De arts plaatst vervolgens de cup op het hoofd van de baby en de cup zuigt zich om zijn schedel vast. Jij perst op dezelfde manier door zoals daarvoor. Bij iedere wee trekt de gynaecoloog aan de ketting of slang van de cup terwijl je zelf ook mee perst. Het vacuümzuigen wordt gestopt wanneer het hoofdje geboren is.
De afdruk van de vacuümpomp kan een bloeduitstorting achterlaten. De zwelling hiervan is meestal na een dag wel weg; de blauwrode kleuren verdwijnen na een paar dagen. Daarnaast kan je baby ook last hebben van hoofdpijn en/of misselijk zijn. Er kan zo nodig paracetamol aan de baby worden gegeven tegen de hoofdpijn. Daarnaast kan het helpen om de baby rustig vast te houden.
Lees ook:
Zo beleeft je baby de bevallingMogelijke problemen en complicaties
Bij iedere procedure kunnen problemen of complicaties optreden, zo ook bij de bevalling. Een vacuümverlossing levert geen ernstigere problemen op dan een spontane bevalling. De kans op een hersenbloeding is ongeveer 1/1000 bij een vacuümverlossing (net zo vaak als bij een niet geplande keizersnede) vs. 1/2000 bij een spontane bevalling. Meestal hebben deze bloedingen geen behandeling nodig en hebben ze geen gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Het is waarschijnlijk zo dat het afwijkend baringsbeloop en niet de kunstverlossing de hoofdreden vormde voor de belangrijkste complicaties. De kinderarts of gynaecoloog zal de baby dan ook uitgebreid onderzoeken na de bevalling om er zeker van te zijn dat hij helemaal gezond is.
Totaalruptuur
Als het weefsel en de huid tussen de vagina en anus doorscheurt, wordt dit een totaalruptuur genoemd. De kringspier scheurt hierbij ook een stukje of helemaal in. De kans op ongewenst winden laten of ontlasting verliezen is groter na een totaalruptuur. Bij een vacuüm wordt vaak geadviseerd om je bekkenbodem te verdoven en in te knippen. Dit verkleint de kans op een totaalruptuur en ongewenst verlies van ontlasting (poep) later.
Afschieten van vacuümcup
De vacuümcup, die op het hoofdje van je baby zit, heeft aan de buitenkant een handvat, ketting of slang. Deze wordt tijdens de bevalling door de gynaecologe gebruikt om het kindje verder naar buiten te trekken. Soms schiet deze cup van zijn hoofdje af. De gynaecoloog kan er dan voor kiezen om de cup opnieuw aan te brengen. Het kan ook zo zijn dat de gynaecologe besluit om alsnog een verlostang te gebruiken of een keizersnede te doen om je kindje zo veilig mogelijk naar buiten te halen.
Herstellen
Het herstel na een vacuümverlossing is niet anders dan een normale bevalling. Het ligt vooral aan het verloop van de bevalling wanneer je weer naar huis mag. Als alles na de geboorte goed blijkt te zijn, mag je vaak dezelfde dag weer naar huis.
De klachten van een vacuümverlossing zijn nagenoeg hetzelfde als bij een normale bevalling, hoewel je de eerste week meer pijn kunt hebben als je ingeknipt bent. Houd er rekening mee dat een dergelijke bevalling ook voor jou en je partner overweldigend kan zijn. Het kan voelen alsof je hebt gefaald omdat de bevalling niet verliep zoals gepland of omdat je hulp nodig had om de baby op de wereld te zetten.
Lees ook:
Huid op huid contact na de geboorteEen volgende geboorte
Een volgende zwangerschap na een vacuümgeboorte is geen reden voor zorg tijdens de zwangerschap of bevalling in het ziekenhuis. Ook is er geen grotere kans op problemen bij een volgende geboorte.
Lees ook:
Postnatale depressie en postpartum depressie