Je baby draait zich talloze keren gedurende de gehele zwangerschap, maar na de 36 weken wordt de kans kleiner dat je baby nog uit zichzelf gaat draaien. Zo’n 4% van de baby’s liggen dan in de stuitligging in plaats van met het hoofd naar beneden. Dit is de meest voorkomende afwijkende ligging. Door een uitwendige versie kan je baby gedraaid worden naar een hoofdligging. Indien dit niet is gelukt dan is een vaginale stuitbevalling mogelijk. Hiervoor ga je in het ziekenhuis bevallen onder de zorg van de gynaecoloog. Indien dit niet mogelijk is dan zul je voorbereid worden op een keizersnede.
Oorzaak stuitligging
Er is geen duidelijke reden waarom baby’s in een stuitligging blijven liggen aan het eind van de zwangerschap. Het kan puur toeval zijn, maar een aantal factoren kunnen wel meetellen om de kans op een stuitligging groter te maken. Dit is bijvoorbeeld bij een afwijkende vorm van de bekken of de baarmoeder, wanneer je baby een afwijking heeft, wanneer de placenta onder de baarmoeder ligt of als je een meerling krijgt.
Wanneer er na de 36 weken zwangerschap een stuitligging wordt geconstateerd, wordt er meestal eerst een uitgebreide echo uitgevoerd om te kijken naar de conditie van je baby. Hierbij wordt er gekeken naar meerdere factoren zoals de ligging van je baby, de placenta en wordt er informatie verkregen over het vruchtwater. Met deze informatie wordt er gekeken of het nog mogelijk is om je baby te laten draaien.
Draaien stuitligging
Uitwendige techniek
Een getrainde verloskundige of gynaecoloog kan na de 36 weken nog proberen je baby te laten draaien door een handmatige, uitwendige techniek. Hierbij lig je op een onderzoeksbank met opgetrokken knieën, waarbij de specialist de baby helpt een koprol te maken. Dit draaien kan gevoelig zijn in je buik. Het draaien kan in een paar minuten gebeurd zijn en soms duurt het totale onderzoek ruim een half uur. Het voelt niet bepaald prettig, en er is ook geen garantie dat dit lukt. Dit kan binnen een minuut gebeurd zijn, maar het kan ook meer dan 10 minuten duren. Bij de helft van de zwangerschappen met stuitligging is deze techniek succesvol. De succeskans is groter bij een tweede zwangerschap en hangt verder af van de hoeveelheid vruchtwater, de ligging van de placenta en de soepelheid van de buikwand.
Als je weet dat je kindje in stuit ligt dan kun je vanaf 34 weken zelf verschillende methodes toepassen om alsnog een draaien bij de kleine te bevorderen. Een van deze is de moxa-therapie. Dit is een acupunctuur behandeling waarbij een moxastick aan de zijkant van je kleine teen wordt aangestoken. Deze stick lijkt een grote sigaar die een warmtestraling verspreid. Je kunt deze methode laten doen of zelfs thuis op de bank doen met je partner. Verder kun je met behulp van homeopathie ook voor meer ruimte zorgen. Belangrijk is om jezelf rust te geven waardoor er meer ontspanning kan komen in je buik. Verschillende houdingen kunnen ook de ruimte voor de baby in de buik positief beïnvloeden.
Lees ook:
LiggingsechoKeizersnede of vaginale stuitbevalling
In overleg
Hoe de uiteindelijke bevalling zal verlopen in geval van een stuitligging, zal je altijd met je gynaecoloog en verloskundige bespreken. Op basis van je persoonlijke situatie, fysieke gesteldheid en voorkeuren zal de gynaecoloog dan een advies geven of een keizersnede of stuitbevalling beter is voor jou. Jij kunt dan zelf de uiteindelijke keuze maken.
Keizersnede
Wanneer er echter een medische noodzaak is om de bevalling met een keizersnede te doen, dan zal de gynaecoloog dit voor jou beslissen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er wordt geconstateerd dat een vaginale bevalling gevaarlijk is voor jou en je baby. Ook als er tijdens een vaginale bevalling nog complicaties optreden kan er nog worden gekozen voor een keizersnede.
Lees ook:
Complicaties tijdens de bevallingVaginale bevalling
Wordt er gegaan voor een vaginale bevalling met een stuitligging, dan zijn er iets meer risico’s dan bij een gewone bevalling doordat het hoofdje als laatste geboren gaat worden. Daarom is een stuitbevalling altijd in het ziekenhuis met een gynaecoloog. Verder verloopt een vaginale stuitbevalling veelal hetzelfde als een normale bevalling, en de succeskans is in vele gevallen groot. Wel worden er meer baby’s opgenomen op de couveuseafdeling bij een stuitligging en hebben moeders daarna vaker last van nabloedingen, wondinfecties of beschadiging van de blaas.
Ligt jouw kindje in een stuitligging? Weet dan dat met de juiste zorg en het juiste advies jouw kindje hoogstwaarschijnlijk gewoon veilig en gezond op de wereld zal worden gezet. Overbodige stress is dus in de meeste gevallen echt niet nodig.