Wat is prolactine?

Zoals de naam al doet vermoeden, heeft het hormoon prolactine alles te maken met het aanmaken van melk. Het hormoon wordt aangemaakt door een klein kliertje in de hersenen, en speelt een belangrijke rol bij het geven van borstvoeding. Benieuwd naar hoe dat precies werkt? Lees dan gauw verder!

Prolactine tijdens je zwangerschap

Al tijdens de zwangerschap speelt het zwangerschapshormoon prolactine een grote rol, ook al geef je dan nog geen borstvoeding. Je lichaam bereidt zich echter wel volop voor op het geven van borstvoeding! Al vroeg in de zwangerschap begint het prolactinegehalte flink te stijgen, samen met de hormonen oestrogeen, progesteron en humaan placentair lactogeen (HPL). Deze hormonen zorgen er samen voor dat de melkkanaaltjes en melkkliertjes in de borsten zullen groeien, waardoor je melkkanalen zich al zullen vullen met colostrum.

Dit uit zich in grotere, zwaardere en gevoelige borsten en veranderende tepels. De tepels worden donkerder en de kliertjes op het tepelhof worden duidelijker zichtbaar. Het kan zijn dat er zelfs al wat melk uit komt druppelen! Maar niet met grote hoeveelheden, aangezien de melkproductie nog wordt onderdrukt door de andere hormonen. Ook speelt prolactine een rol bij het functioneren van de placenta. Het hormoon regelt namelijk het watertransport naar de placenta.

Prolactine tijdens de borstvoeding

Wanneer je baby geboren is kan het borstvoedingsavontuur beginnen. Wanneer ook de placenta eruit is, dalen de hormonen progesteron, oestrogeen en HPL in hoeveelheid en kan de prolactine echt zijn gang gaan. Het zuigen van de baby aan de tepel prikkelt een signaal naar je hersenen wat resulteert in meer prolactine en oxytocine. De oxytocine zorgt ervoor dat er melk naar de tepel stroomt, wat ook wel de toeschietreflex wordt genoemd. Prolactine zorgt er dan weer voor dat de melkklieren meer melk produceren. Dit zorgt voor een prolactinepiek bij elke voeding, wat zorgt voor voldoende voeding voor de volgende keer. Hoe leger de borst, hoe meer prolactine er aangemaakt wordt. Lege borsten maken melk, volle borsten remmen de melkproductie af.

Door je baby vaak borstvoeding te geven worden je borsten gevoeliger voor het hormoon prolactine, waardoor de melkproductie zal stijgen. Dit kan omdat de cellen in de melkkliertjes prolactinereceptoren hebben, die dit hormoon kunnen opvangen en erop kunnen reageren. Vaker aanleggen leidt dus tot meer prolactinereceptoren en een hoger melkproductie. ’s Nachts is het prolactinegehalte op zijn hoogst, dus nachtelijk voeden in de eerste maanden kan erg goed zijn voor een hoge melkproductie.

Prolactine en de eisprong

Je hebt vast weleens gehoord dat je niet zwanger kunt raken wanneer je nog borstvoeding geeft, wat zou komen door de prolactine. Dit is niet waar, maar kan wel invloed hebben op je vruchtbaarheid. De prolactine die wordt aangemaakt tijdens het geven van borstvoeding onderdrukt namelijk wel je eisprong, wat ook wel de anticonceptiemethode lactatie amenorroe methode (LAM) wordt genoemd. Dit kan echter alleen invloed hebben op je vruchtbaarheid als je strikt borstvoeding op verzoek geeft. Dit houdt in 24 uur per dag, zonder te kolven, zonder bijvoeding tot 6 maanden en niet meer dan 4 uur tijd tussen twee voedingen (en geen fopspeen gebruiken). Wanneer je weer begint met menstrueren, betekent dat dat je weer vruchtbaar bent en is deze methode niet meer betrouwbaar. Je kunt dan beter overstappen op andere anticonceptiemiddelen. Voor je eerste menstruatie ben je alweer vruchtbaar. Je weet alleen niet wanneer dat weer het geval is.