Waarom baker je je baby in?
Door in te bakeren, creëer je voor je baby weer het veilige gevoel dat de baarmoeder ook bood. Door de beperkte bewegingsruimte en druk op het het lichaam van je baby komt het weer terug bij het gevoel dat hij ook in de baarmoeder heeft ervaren. Dat geeft een veilig, geborgen gevoel en daardoor kan je kindje zich beter ontspannen. Als je kindje onrustig is of veel huilt is het inbakeren een nuttig hulpmiddel om je baby ontspannen en rustig te krijgen.
Wat ook interessant is om te weten, is dat baby’s er zich niet bewust zijn van dat ze armen hebben. Ze slaan zichzelf daardoor vaak wakker, dit heet moro-reflex. Ze ervaren wel dat er iets gebeurt, maar weten niet waar het van komt. Door het inbakeren kunnen ze de armpjes niet bewegen wat ook rust geeft. Daarnast is het zo dat inbakeren ook het kindje leert in slaap te vallen, in de buik vielen ze vanzelf in slaap door het wiegen dat ontstaat als de moeder beweegt. Als ze dan geboren zijn, moeten ze dat ineens zelf doen en dus aanleren. Inbakeren kan daarbij helpen.
Wanneer baker je je kindje in?
Als je te maken hebt met een huilbaby of een onrustig kindje, kun je inbakeren proberen als oplossing. Belangrijk is te weten of de onrust of het huilen geen medische oorzaak heeft. Raadpleeg dus altijd een verloskundige, kraamhulp of arts voor je begint met inbakeren.
Baby’s waarvan duidelijk is dat ze vooral last hebben van de moro-reflex kunnen ook worden ingebakerd. Ook baby’s die het moeilijk aanleren om zelf in slaap te vallen kunnen baat hebben bij inbakeren. Eigenlijk heeft het grootse gedeelte van de kinderen baat heeft bij inbakeren, daarom is het fijn voor je baby om direct na de geboorte ermee te starten.
Helpt inbakeren ook bij darmkrampjes of reflux?
Ja, het inbakeren kan helpen de baby te ontspannen, maar het neemt het ongemak van de krampjes of reflux niet weg. Als een kindje beter kan ontspannen kan het vaak beter de pijn of hinder van de krampjes of reflux verdragen. Darmkrampjes kunnen ook makkelijk worden verholpen met
Infacol.
Wanneer stop je met inbakeren?
De meeste kinderen hebben het meeste baat bij inbakeren tot ongeveer een maand of drie á vier. Daarna lukt het de meeste baby’s om zelf in slaap te vallen, of met . Er zijn echter ook baby’s die langer baat hebben bij inbakeren. Het is wel belangrijk om te beginnen met het ontwennen van inbakeren. Vanaf het moment dat je kindje kan omrollen, meestal zo rond zes tot zeven maanden, is het namelijk gevaarlijk en moet je onmiddellijk stoppen. Daarom is het belangrijk tijdig te beginnen met afbouwen.
Hoe baker je je kindje in?
Er zijn verschillende manieren om je kindje in te bakeren, bijvoorbeeld met een hydrofiele Swaddle of multidoek, maar er zijn ook speciale inbakerzakjes te koop die bedoeld zijn voor het eenvoudig inbakeren van je kindje.
Met een doek moet je goed geoefend hebben om de juiste manier te gebruiken en dit is niet voor iedereen weggelegd. Ook moet je dan goed opletten dat je de heupjes niet te strak inbakert. Dit is niet goed voor de ontwikkeling van de heupen. Die moeten vrij kunnen bewegen. Daarnaast zijn inbakerzakjes met name ’s nachts makkelijker, omdat het verschonen sneller gaat en partner of opa/oma dit ook makkelijker kan aanleren. Ook is het heel handig om 2 inbakerzakjes voor handen te hebben: als er een exemplaar in de was zit, kan je de andere gewoon door blijven gebruiken om het ritueel vast te houden.
De 5S-methode van Dr. Harvey Karp om je baby te kalmeren
Dr. Harvey Karp is een Amerikaans kinderarts die zich heeft gespecialiseerd in het kalmeren en slapen van baby’s. Er zijn online veel filmpjes te vinden van zijn 5S-methode. De technieken van de Karp-methode zijn er om ouders te helpen! Deze methode helpt je in vijf magische stappen om de van nature aanwezige kalmeringsreflex bij je baby te activeren.
De eerste S: Swaddle - Inbakeren
Swaddle betekent inbakeren. Met inbakeren maak je de fijne, warme omgeving uit de baarmoeder na, wat een kalmerend effect heeft op je baby. Het vermindert onrust, en verbetert slaap. Baby’s die zijn ingebakerd reageren goed op de volgende vier S’en doordat ze niet met hun armpjes kunnen zwaaien.
Goed inbakeren betekent de armpjes nauwsluitend aan de zij omwikkelen, waarbij de heupen losjes blijven en met de beentjes opgetrokken. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de baby het niet te warm krijgt, of dat zijn hoofd bedekt wordt, of dat je baby zich los kan worstelen.
Tip: het is niet de bedoeling om je baby de hele dag ingebakerd te laten zijn. Baker je kindje in als het onrustig is of tijdens het slapen.
Belangrijk: check altijd bij een zorgprofessional zoals bijvoorbeeld je verloskundige of de onrust van je kindje geen medische oorzaak heeft voordat je begint met inbakeren.
De tweede S: Side (of Stomach Position) – Zijlings of op de buik
Om te slapen is het goed dat je baby op de rug ligt, maar dat is geen handige positie om je baby te kalmeren bij onrust. Deze S betekent dat je de baby op haar zij houdt, op haar buik of over je schouder. Dit werkt ontspannend voor je baby.
De derde S: Shush - sussen
In tegenstelling tot wat je vaak hoort, hebben baby’s geen complete stilte nodig om te kunnen slapen. In de baarmoeder klinkt het geluid van de bloedsomloop harder dan dat van een stofzuiger! Geluid sust de baby. Overigens werkt niet elk geluid evengoed, bijvoorbeeld het geruis van de zee is minder geschikt doordat het niet lijkt om de ‘rommelende’ geluiden van de buik.
De vierde S: Swing – zwaaien, schommelen
Het leven van je baby in de baarmoeder was één lange schommelervaring, waar je baby zich veilig en beschermd bij heeft gevoeld. Baby’s die al rustig zijn houd je rustig door langzaam te schommelen, maar om een huilende baby rustig te krijgen zijn kleine, snelle bewegingen veel effectiever. Ondersteun wel altijd het hoofd en de nek, en houd de bewegingen heel klein.
Waarschuwing: voor de veiligheid van je kindje, schud je baby nooit door elkaar door boosheid of frustratie!
De vijfde S: Suck – zuigen
Zuigen is de kers op de taart als het gaat om het kalmeren van je baby. Onrustige baby’s kunnen beter ontspannen en tot rust komen wanneer ze zuigen. Een fopspeen doet dan wonderen.